Hier hoef je niet op je LIJN te letten!
Hoe mijn dag was? Om je vingers bij af te likken. O man, ik wist al dat je goed kunt eten op Curaçao, maar vandaag hebben Tom, de kinderen en ik ons ondergedompeld in de lokale keuken van het eiland. Een verrukkelijke ervaring.
Drijvende markt
We beginnen onze ontdekkingstocht bij de beroemde drijvende markt in Willemstad, direct naast de kleine Koningin Wilhelmina brug in de wijk Punda. Kooplieden uit Venezuela brengen hier elke week in kleine vissersbootjes (een marktkoopman vertelt ons dat ze Barkjes heten) verse producten voor de Curaçaose huishoudens. Hier doen de locals dus hun dagelijkse boodschappen! Groenten en fruit in de mooiste kleuren liggen metershoog opgestapeld op de marktkramen en in de bootjes. Een prachtig plaatje. De kinderen blijven maar foto’s maken. En alles is zoveel groter en verser dan in Nederland. Ik heb nog nooit zulke grote avocado’s gezien! We nemen een tas vol vers fruit mee om later op het strand op te eten.
Zo proeft Curaçao
Tijd voor de lunch! Na de drijvende markt kunnen we zo doorlopen naar Plaza Bieu.Volgens de kinderen mogen we dit niet missen. Ze hebben ergens gelezen dat je hier moet zijn om de lokale keuken van Curaçao te proeven. Dat laten we ons geen twee keer zeggen. Na vijf minuten komen we aan bij een oude, overdekte markthal. Een soort foodmarkt met lokale eettentjes. In de open keukens roeren kokkinnen druk in grote pannen. En overal zie je lange tafels vol toeristen en locals. Een drukte van jewelste, maar wat een gezelligheid! De grote vraag: waar schuiven we aan? Alle obers proberen ons naar hun tafel te ‘lokken’. Maar uiteindelijk kiezen we voor ‘Zus’, het achterste restaurant.
Stoba en pompoenpannenkoekjes
We laten de kaart links liggen en vragen de vriendelijke ober om de specialiteiten van het huis. Volgens hem moeten we de stoba met geitenvlees (een lokaal stoofpotje), de pompoenpannenkoekjes en de vissoep nemen. Laat maar komen! In no time staat onze tafel vol met de mooiste, lokale gerechten. Wow wat is dit lekker! En veel! En goedkoop! We krijgen het bij lange na niet op en zijn nog geen 15 Antilliaanse gulden (zo’n 8 euro) per persoon kwijt. Geloof me: dit mag je niet missen als je op Curaçao bent. Het water loopt me weer in de mond als ik eraan terugdenk. Morgen weer?