17
juni
2017
|
17:37
Europe/Amsterdam

Het Curaçao Verhaal van Nadia Schoonen

Samenvatting

Terwijl de zilte lucht van de zee mijn neus vult en de zon mijn gezicht kietelt (lees: verbrandt), draai ik mezelf om zodat ik bij mijn Amstel Bright kan.

“Nog maar twee weken op dit waanzinnige eiland”, zucht ik terwijl ik de fles naar mijn mond breng. Om mezelf gerust te stellen brabbel ik vlug erachter: “Maar ik ga nog veel doen voordat ik ga hoor!”

Na bijna een halfjaar op het eiland te hebben gewoond was ik bijna vergeten dat ik ooit weer terug zou moeten naar Nederland.

“Je hebt nog steeds de Christoffel Berg niet beklommen”, zei Floris, een jongen die ik op het eiland heb ontmoet.

“Met een reden”, antwoord ik.

Hij tilt zijn zonnebril op zodat ik zijn aangeschoten ogen kan bekijken. Op een bijna lachwekkende manier forceert hij een serieuze blik en zegt: “Morgen. Jij en ik. Berg”.

Als vanzelfsprekend arriveert Floris de volgende dag te laat, want de Happy Hour de dag ervoor was uit de hand gelopen. Ik overdrijf niet als het die dag 75 graden is.

“Kunnen we niet gaan zwemmen?” vraag ik lichtelijk wanhopig.

“Nee”, zegt Floris. “We hebben dit zo gepiept en daarna gaan we wel zwemmen bij West Punt”.

Tien minuten(!) voor de top van de berg geef ik het op. “Het is te warm!” brul ik. Even ben ik bang dat Floris tegen zou stribbelen, maar in plaats hiervan roept hij: “Ik dacht dat je het nooit zou zeggen!”

Dorstig en gutsend van het zweet rijden we naar het strand, en die eerste legendarische duik in de zee is de fijnste die ik ooit heb mogen meemaken. Onder water passeert een visje mij en fluistert: “Nu moet je wel terugkomen voor een herkansing”.

Helaas is dat laatste niet echt gebeurd. Maar hij zou absoluut gelijk hebben gehad.